De onzin van een workshop stemacteren.

04-08-2017

Een opleiding stemacteren (of een voice-over cursus) is pure geldklopperij. En je hebt er echt geen snars aan. Want als je talent hebt, kom je er wel. Als je maar graag genoeg wilt, kom je er wel. En al je vrienden/familieleden en die mevrouw van de energiemaatschappij die je laatst aan de lijn had, zeggen het ook: je hebt een geweldige stem. En wie een geweldige stem heeft, die komt er wel. Een voice over opleiding volgen zou dus zonde van je geld en tijd zijn. Want wees nu eerlijk: je bént eigenlijk gewoon al een stemacteur. En wie koopt er nu een duur vliegticket als hij een private jet heeft? Precies.

Het zijn geen ongebruikelijke uitspraken. Er zijn genoeg professionele stemacteurs, voice-overs en wannabe voice-overs/stemacteurs die bovenstaande beschouwen als absolute waarheden. En als professionals het zeggen, dan zal het wel zo zijn. Toch?

Laten we kijken of de bewering dat je geen opleiding nodig hebt om stemacteur/voice-over te worden, inderdaad hout snijdt. En of je het af kunt met een gratis workshop stemacteren. 

8 wannabe voice-over mythes. Here we go!

Ik word – nee, BEN - stemacteur, want: 

#1 Ik heb een geweldige stem

Je ouders zeggen het. Je vrienden. Je opa en oma. De bakker. En de buurvrouw ook. Dat je zo’n mooie stem hebt. Dat je daar iets mee moet doen. En dat vind je zelf eigenlijk ook wel. Dus.

Niet dus. Tenminste, niet alléén. Een goede stem hebben is mooi meegenomen. Maar je moet die stem ook tot in de puntjes kunnen beheersen. Een producent zal liever een minder ‘mooie’ stem kiezen die – door middel van timing, intonatie, toon en emotie – de boodschap over kan brengen of een rol in kan vullen, dan een prachtige stem die daar helemaal niets van bakt. Dus.


#2 Ik kan Donald Duck nadoen

Als kind kon je dat al, Donald Duck nadoen. En Daffy Duck. En Woody Woodpecker. En The Roadrunner. En nu maak je iedereen hard aan het lachen met je persiflages van Gordon, Samuel L. Jackson, Hans Teeuwen, en Donald Trump. Dus.

Niet dus. Andere stemmen goed kunnen nabootsen is natuurlijk geen onverdienstelijk gereedschap als stemacteur. Maar. Je moet ook los kunnen komen van de ingestudeerde zinnetjes en als een karakter kunnen improviseren. En kun je ook in een handomdraai ándere personages neerzetten?

Bovendien: een veelzijdige stem is handig (zeker als stemacteur), maar geen absolute vereiste. Voice-overs hoeven doorgaans enkel hun eigen stem (hun unieke kenmerk) te gebruiken, en er zijn ook stemacteurs die juist vanwege hun specifieke, eigen geluid geboekt worden (zonder dat ze stemmetjes kunnen of hoeven na te doen) - ook bij animatiefilms. Dus.

#3 Ik heb overduidelijk talent, en dat komt altijd bovendrijven

Dus.

Niet dus. Tenminste, we willen het graag geloven, maar laat het maar eens zien. Talent is niet enkel een mooie stem hebben, of stemmetjes kunnen nadoen, of ergens van dromen.

Talent is vooral DOEN. Talent is een samengaan van aanleg hebben en doorzetten. Je kunt pas echt ergens in uitblinken als je er helemaal voor gaat. En als je er helemaal voor gaat, en je komt niet dichter bij je doel, dan blijf je doorzetten tot je er toch bent (of je ziet in dat je misschien toch niet alles in huis hebt om je droom waar te maken, en gaat kijken waar je écht goed in bent). 

#4 Ik wil het heel graag

Je hebt economie gestudeerd, en bent een kei in boekhouden. Maar geld verdienen met stemmetjes nadoen is natuurlijk veel leuker. Daar wil je best even een demootje voor maken en naar een stuk of wat adresjes sturen. Dus.

Niet dus. Zie #3. En bovendien: een creatief beroep brengt veel onzekerheden met zich mee. Je hebt niet altijd werk. Niet altijd geld. Je bent ZZP-er. Het kan lang, heel lang duren voor je harde inzet beloond wordt, en je voldoende verdient met je stemmenwerk om van rond te komen. Maar voor veel stemacteurs gaat die vlieger alsnog niet op. Nooit. Dat moet je voor lief nemen. Die sprong in het diepe (een ravijn) moet je durven wagen. Je doet immers wel wat je het állerleukst vindt. Dus.

#5 Ik stuur een demo en dan begint de pret

Met je iPhone kan dat heel makkelijk, je stem opnemen. Alleen even zorgen dat de (buur)kinderen niet net staan te jengelen, of dat er een vliegtuig overvliegt, of dat de akoestiek van je badkamer minder goed meewerkt dan tijdens het zingen onder de douche. Maar anderzijds: een stemmenbureau of producent herkent talent ook heus mét een kraakje. Dus.

Niet dus. Stemmenbureaus krijgen veel demo’s binnen van mensen die net zo graag als jij als stemacteur aan de slag willen. Een goede demo onderscheidt zich door zowel inhoudelijke kwaliteiten (de stem laat de top van zijn kunnen horen d.m.v. verschillende korte fragmenten met zo’n groot mogelijke diversiteit) als opnametechnische kwaliteiten (de opname is kraakhelder, goed gemixt, etc). Het maken van zo’n demo moet je dus niet onderschatten. Er eentje laten maken in een professionele studio met een ervaren regisseur (die oor heeft voor wat werkt, en het beste in je naar boven haalt) is de kleine investering meer dan waard.

En áls je dan zo’n topdemo naar bureaus en producenten stuurt moet je er niet vanuit gaan dat je vanaf dat moment ook omkomt in het werk. Je moet maar net de stem zijn die ze zoeken - don’t quit your dayjob, just yet. Dus.

#6 Ik heb een eigen studio

Die inbouwkast onder de trap komt waanzinnig goed van pas. Stofzuiger eruit, microfoon erin - hoppa! Want een echte professional heeft natuurlijk een studio aan huis. Dus.

Niet dus. Als ik iemand een gitaar geef, is hij dan een gitarist? Het hebben van een thuisstudio is handig, maar zegt in principe helemaal niets over jouw kwaliteiten of de kwaliteiten van de opnamen. Je moet helemaal wegwijs zijn in het gebruik van apparatuur en software, wil je iets maken van je ‘thuiswerk’. En mocht je nu echt de beste cabine hebben met de beste microfoon die je vinden kunt, en álles weten over het maken van een goede opname – dan nog is dat geen succes verzekerd. Immers, als ik een gitarist de beste gitaar ter wereld geef – is hij dan ook de beste gitarist ter wereld? Dus.

#7 Ik ben al acteur

Vier jaar de acteursopleiding gedaan. Afgerond. Alle techniek in the pocket. En als het je op het podium of voor de camera goed af gaat, dan is dat voor een microfoon al helemaal peanuts. Dus.

Niet dus. Acteren voor de camera of een publiek is duizendmaal anders dan acteren achter een microfoon. Dat je tijdens de opleiding ook stemtraining hebt gehad is fijn, maar meer dan eens zitten alle technieken die je zijn aangeleerd je juist faliekant in de weg. Geschoolde acteurs die met stemacteren beginnen zijn vaak te stijfjes, te ‘naturel’ (te subtiel - daardoor te vlak) of brengen zichzelf in verwarring door allerlei mentale processen (je hebt geen snars aan Stanislavsky als je een tekst voor het eerst ziet én meteen moet spelen). Je moet alles loslaten wat je hebt geleerd, en IN het moment duiken, razendsnel reageren. En niet alleen inlevingsvermogen gebruiken, maar ook – vooral – fysieke expressie.

Camera-acteurs, gewend aan klein spel (de camera registreert ieder detail, immers), moeten vaak enorm wennen aan het larger than life soort acteren. Dat blijkt dan helemaal niet zo peanuts. En als het ze niet lukt om zich aan de nieuwe techniek over te geven, dan houdt het al gauw op. Helaas, pindakaas. Dus.

#8 Ik heb geen dure opleiding stemacteren nodig

Opleidingen kosten bakken met geld. En daar draait het de instanties die de opleidingen verzorgen ook om. Geld. Ze lokken je onder valse voorwendselen. Want ze weten heus wel dat het niets uithaalt. Een creatief ambacht kun je iemand niet leren. Dat zit er in, of niet. En jij bent al een stemacteur, in hart en nieren – de finesses leer je wel in de praktijk. Dus.

Dus niet. Toegegeven: opleidingen die je gouden bergen beloven kun je beter mijden, want niemand kan je garanderen dat je (nieuwe) carrièrekeuze een succes zal zijn. En er zijn natuurlijk stemacteurs, acteurs, en andere creatievelingen die het zonder aanwijsbare scholing gered hebben naar de absolute top. Het kán dus. Als je talent hebt, écht een groot talent, dan kan het.

Maar wat nou als je met dat grote talent een zetje in de goede richting kunt krijgen? Dat je als ambiërend piloot niet zelf hoeft uit te vinden hoe een straaljager werkt, maar dat iemand je dat uitlegt voor je in zo’n gevaarte stapt; dat je niet meteen in je uppie met 4 g een duikvlucht maakt, maar dat er iemand achter je zit om mee te kijken, je eventueel aanwijzingen te geven. Zou je dan niet veel eerder een goede piloot zijn? (Eentje die nog leeft, überhaupt?)

Een leraar – iemand met aantoonbare ervaring én onderwijs-skills – biedt je kennis, (zelf)inzicht, en praktische vaardigheden; hij (of zij) stimuleert je groei en leert je alles wat je nodig hebt om verder te komen. Hij wijst je de weg, dus. Hoe handig is dat!

Dat een opleiding niet zaligmakend is betekent niet dat een opleiding je niet helpen kan. Leren in de praktijk ga je sowieso, maar goed beslagen ten ijs komen is helemaal zo gek nog niet.

Dus.

Over de auteur:
Barnier Geerling is oprichter van Stemacteren.nl, spreekt zelf in en regisseert dagelijks voice-overs en stemacteurs.

 

> Bekijk alle artikelen

Wil je op de hoogte worden gebracht wanneer er een nieuw artikel online staat? Vul dan hier je e-mailadres in!